Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE nu [46]beschikte een [47]groten vis, [48]om Jona in te slokken; en Jona was [49]in het ingewand van den vis, drie dagen en drie nachten. 46. Of, had voorbereid, beschikte, te weten door zijn almachtige, wijze, vaderlijke regering; alzo onder hfdst.4 vs.6, hfdst.4 vs.7, hfdst.4 vs.8. Het Hebr. woord is hetzelfde, waar men houdt het manna den naam van te hebben, waarmede God Israel spijsde in de woestijn; zie Ex.16:15. 47. Namelijk een walvis; Matth.12:40. 48. Dienvolgens geschiedde het alzo, dat hij hem inslokte. 49. Dat is, in den buik of balg. Hierdoor heeft God dezen profeet gesteld tot een voorbeeld van onzen Heeren Jezus Christus; zie Matth.12:40, en Matth.16:4; Luk.11:30.